zondag 26 augustus 2012

Het hoe en wat van webkwesties in het onderwijs

Wat is webquest?
Volgens de Van Dale is een quest een speurtocht, een opdracht die men zich zelf heeft gesteld. Een webquest (WebKwestie) is een onderzoeksgerichte opdracht waarbij de informatie, in ieder geval voor een flink deel, afkomstig is uit bronnen op internet. Een WebKwestie gaat verder dan het zoeken van een antwoord op een vraag. Leerlingen moeten met een vraagstelling aan de slag die hun denken op een hoger plan brengt. Zij worden gedwongen om de verworven informatie om te zetten in een product. Dit product kan een oplossing voor een probleem zijn, maar ook een hypothese of een ontwerp voor een poster of het maken van een maquette.

Tevens vormt een Webkwestie een brug tussen leren omgaan met internet en leren van internet.


Wat kun je ermee doen
Leerlingen kunnen op een WebKwestie zelfstandig aan de slag met het maken van opdrachten en het zoeken naar informatie.
Er zijn twee types Webkwesties: De kortdurende WebKwesties
De leerling besteedt aan de kortdurende WebKwestie een tot drie lesuren. Doel van de kort durende WebKwestie is dat leerlingen leren kennis verwerven en die ook integreren in reeds aanwezige kennis. Als de WebKwestie is doorlopen is de leerling aan de slag geweest met een substantiële hoeveelheid informatie waaraan hij ook betekenis heeft gegeven. De langdurende WebKwestie
In de langdurende WebKwestie gaat het vooral om het uitbreiden en verfijnen van kennis. Op het eind van de WebKwestie heeft de leerling een behoorlijke hoeveelheid informatie diepgaand geanalyseerd en verwerkt. Bovendien heeft hij - op een wijze dat anderen erop kunnen reageren - aangetoond dat hij de materie begrijpt.


Toepassingsmogelijkheden voor het vak Nederlands
Met een WebKwestie kun je aandacht besteden aan alle onderdelen die behoren bij communicatief taalonderwijs. Zo kun je aandacht geven aan informatievaardigheden, aan fictieonderwijs, aan taalvariatie, aan vaardigheden die bij andere schoolvakken een rol spelen en je kunt aandacht besteden aan taalbeschouwing. Juist omdat elke webquest een onderwerp centraal heeft staat, kun je heel gericht de leerlingen informatie laten opzoeken. Alle verworven informatie over een onderwerp kunnen ze toepassen in hun eindproduct. Dit eindproduct kan een schrijfopdracht zijn, een onderzoek, of een presentatie.


Is er een relatie met de drie kernconcepten?

Authentiek leren
Interactie komt veel terug bij het maken van een webquest. Veel opdrachten zijn erop gericht om in tweetallen gemaakt te worden. Hierdoor werken veel leerlingen samen, en moeten ze wel overleggen als er bepaalde keuzes gemaakt moeten worden.
Inhoudelijk georiënteerd is een webquest zeker. Iedere webquest heeft namelijk één onderwerp centraal staan. En dit onderwerp moet ook aansluiten bij wat de leerling al weet, bij zijn bestaande kennis.
Maatschappelijke relevantie komt niet altijd terug bij een webquest. Dit hangt volledig af van het onderwerp.
Productieve leeromgeving zie je terug bij een webquest. Leerlingen moeten uiteenlopende opdrachten maken, die vaak niet al te makkelijk zijn. Ze moeten soms eigen initiatieven nemen. Al hangt dit natuurlijk wel weer af van de vragen die gesteld worden. Uiteindelijk moeten deze opdrachten ook gereflecteerd en verantwoord worden. Dit past ook weer bij een productieve leeromgeving.  

Kernkwaliteiten
Bij kernkwaliteiten gaat het om de kwaliteiten die een persoon heeft. Iedereen heeft andere kernkwaliteiten, en deze worden ook op verschillende manieren ontwikkeld. Bij een webquest moet je zelfstandig kunnen werken, moet je creatief kunnen denken, je moet ook kunnen samenwerken,  je moet een plan kunnen uitvoeren, en een onderzoekende houding aannemen. Dit zijn kernkwaliteiten die niet bij alle leerlingen aanwezig zijn. Een webquest kan wel alle leerlingen helpen om deze kwaliteiten te leren.

Keuzevrijheid
Leerlingen moeten kunnen kiezen voor opdrachten die zij aantrekkelijk vinden. Als ze bewuste keuzes maken dan werkt dat motiverend. Bij een webquest hangt het van de opdracht af of leerlingen zelf keuzes moeten maken. Over het algemeen zijn de grote lijnen door de docent vastgelegd. Zo is in een webquest door de docent al bepaald uit welke bronnen ze moeten kiezen. De keuzevrijheid is er dus wel, maar dan beperkt.

Conclusie: Bij alle drie de kernconcepten is er een relatie met een webquest. Bij authentiek leren komt deze zeer duidelijk naar voren. Bij de laatste twee kernconcepten ‘kernkwaliteiten’ en ‘keuzevrijheid’ is deze relatie minder duidelijk.

Webkwesties in het onderwijs


In onderstaand filmpje kun je zien hoe je webkwesties kunt gebruiken in het onderwijs.

http://www.leraar24.nl/video/2320


Hieronder kun je een aantal interessante webkwesties vinden:


Verloedert de Nederlandse taal door o.a. MSN?

Heb je de gelijknamige film ook gezien? In deze webquest leer je veel over het boek én de film!

Deze webquest gaat over het boek ‘Eerwraak’ van Karin Hilterman.

Over de middeleeuwse ridderliteratuur: de Karelromen en de Arturroman.

Over het werk en het leven van Willem Bilderdijk (1756-1831).

Thema: Tweede Wereldoorlog, over het boek ‘Lelievijver’ van Annika Thor.

Vet, cool, bruut in deze quest over jongerentaal.